Deel A : olie- en vethoudend afval

In Deel A van de Uitvoeringsregeling wordt de omgang met afvalstoffen geregeld die uit het scheepsbedrijf voortkomen. Het betreft in het bijzonder het afval dat in de machinekamer van de schepen ontstaat: afgewerkte olie, bilgewater, vetten, poetslappen, gebruikte filters, etc. Dit afval is naar de aard in principe voor alle schepen van de binnenvloot gelijk.

Het ontstaat in functie van de inzet van de schepen: wordt er veel gevaren ontstaat er meer afval dan wanneer er minder of weinig gevaren wordt. De hoeveelheid afvalstoffen die ontstaat is ook van de technische uitrusting en de staat van de machinekamerinstallatie afhankelijk. De frequentie waarmee een binnenschip deze afvalstoffen afgeeft varieert daarom, maar alle schepen moeten zich onvermijdelijk enkele keren per jaar van deze stoffen ontdoen.

Een afgifte kan enkel op afspraak (zie afvalinzamelingskalender) en kan eenvoudig worden aangevraagd via het aanvraagformulier.

Met het oog op het optimaliseren van de afvalinzameling van deel A wordt regelmatig een evaluatie van de inzameling opgemaakt. Zie rapportering inzameling deel A.